Herman Heinsbroek

“Muziek is de sleutel tot vrijheid”

 Door Annemarie Sour

Herman Heinsbroek (1951) groeit op in Schiedam in een flat in Nieuwland. Hij is als kind gegrepen door muziek. Koopt singletjes, luistert naar Radio Luxemburg, kent alle hitlijsten nagenoeg uit zijn hoofd en bezoekt geregeld poppodium Arcade. Na zijn rechtenstudie wil hij reizen en meldt zich aan bij het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken. De opleiding tot diplomaat past niet bij de ondernemende geest van Heinsbroek. Een traineeship bij muziekuitgever CBS in New York biedt perspectief en die stap is bepalend geweest voor de rest van zijn leven. Met de kennis die hij bij CBS opdoet begint hij aan een nieuw avontuur bij het kwakkelende Arcade Benelux. Heinsbroek weet platenmaatschappij Arcade nieuw leven in te blazen en investeert de winst in nieuwe vestigingen in het buitenland en nieuwe bedrijven, die hij opkoopt of zelf ontwikkelt zoals TMF, TV 10 Gold, CNR en Radio 10 Gold. Hij verkoopt zijn entertainmentbedrijven in 1995 aan Wegener en is in één klap multimiljonair.

Vanaf mijn achtste jaar zit ik in de muziek. Ik was een wandelende encyclopedie van de Top 40 lijsten. Mijn eerste single ‘Baby don’t go’ van Sonny and Cher, draaide ik als kind helemaal grijs. Als kind van de jaren zestig is muziek voor mij meer dan alleen plezier. De muziek van de jaren zestig betekende spirituele vrijheid, je anders kunnen kleden, de vrijheid om te zeggen wat je wilde zeggen, je mening kunnen geven over Vietnam en afrekenen met de gevestigde orde. Muziek speelde een belangrijke rol in mijn leven. Het is dé reden dat ik de muziekbusiness ben terechtgekomen.

SVV Heinsbroek is een Schiedamse familie. Mijn grootvader werkte in de scheepsbouw en drie broers van mijn opa hadden allen een grote horecazaak in Schiedam. Mijn vader, afkomstig uit een arbeidersgezin, moest vanaf zijn twaalfde jaar werken. Hij werkte als manusje van alles bij Bols en via avondstudies klom hij op de carrièreladder omhoog om op zijn 25ste bedrijfsleider bij Bols te worden.

Ik ben als jongste van het gezin geboren in de Prins Mauritsstraat en twee jaar later verhuisden we naar de Talmalaan in Nieuwland. Nu is het een wijk waar vooral allochtonen wonen, maar in de jaren vijftig was het een nieuwe groene wijk met moderne flats. We hadden zelfs een douche dat was bijzonder in die tijd. Ik zat op de Dominus Savioschool, was een blauwe maandag misdienaar en met mijn vader ging ik zondag naar de voetbalwedstrijden van SVV.

De jacht
Als tiener verhuisden we met ons gezin naar Rotterdam. Mijn vader kreeg een betere baan aangeboden bij Blankenheym & Nolet, dat in Rotterdam was gevestigd. Ik kwam terecht op het Sint Franciscuscollege bij de paters Franciscanen. Een vreselijke tijd met paters die hun vette lijven met een bruine pij bedekten en hun blote voeten in sandalen staken. Door een pater ben ik van het gymnasium gestuurd en terecht gekomen op de Dalton hbs.

Als jongere was ik tussen mijn zestiende en negentiende veel in Schiedam. De stad had wat te bieden: muziek. Van Rotterdam ging ik met de tram naar de Koemarkt en vandaar liep ik naar poppodium Arcade. Er traden allerlei bandjes op, er waren er Drive Inn shows en er waren leuke meiden te vinden. Daar kwam ik natuurlijk ook voor. De jacht was geopend! Op zondagavond was Arcade stampvol. In Rotterdam was er niets te beleven.

Diplomatenklasje
Na de hbs wist ik bij god niet wat te doen. Ik ging rechten studeren aan de Erasmus Universiteit en deed civiel- en bedrijfsrecht. Een levensles van mijn vader was: ‘Kennis is macht. Als je veel studeert kom je verder dan ik.’ Die les heb ik opgevolgd. In mijn vrije tijd was ik bezig met muziek. Ik bezocht allerlei optredens, ging naar het Kralingse Popfestival waar ik over het hek klom om gratis binnen te komen en had een bijbaantje in de Rotterdamse haven: computerlijsten checken.

Na mijn rechtenstudie wilde ik de wereld zien. Ik wist zeker dat ik geen rechter, advocaat of bedrijfsjurist bij Unilever wilde worden. Mijn droom was naar het buitenland gaan. Een vriend van me wilde diplomaat worden en meldde zich aan bij het diplomatenklasje van Buitenlande Zaken. Ik volgde zijn voorbeeld. Hij werd afgewezen en ik werd in 1976 toegelaten. Daar zat ik tussen jongens als Jaap de Hoop Scheffer, Wouter Lok en Ed Kronenburg. Dat was een ander soort mensen. Mensen die meebewegen met de golven en heel formeel zijn. Ik werd uitgezonden naar Istanbul. Moest ik visa regelen, mensen repatriëren en dat soort zaken. Niet mijn handel. Er zat maar een ding op: uit de diplomatieke dienst en het bedrijfsleven in gaan.

Leerschool New York
Platenmaatschappij CBS New York zocht jonge juristen met affiniteit met muziek. Dat was het! Je moest jurist zijn om in de muziekindustrie te kunnen werken. Alles draait om rechten. Het gaat alleen maar over rechten, rechten en rechten. Ik schreef op de advertentie, werd uitgenodigd in New York en werd als trainee aangenomen.

Die energie van New York, de omgang met artiesten, clubavonden, het opzetten van pr-activiteiten het was een fantastische leerschool. Na New York volgde CBS Londen, Frankfurt en Parijs. Ik was Nederlander en moest na een jaar terug naar CBS Nederland. CBS Nederland was puur een distributieorganisatie met een paar eigen artiesten, maar door die die internationale contacten kon ik snel schakelen.

Whizzkid
De Britse muziekuitgever Arcade kwam langs met de vraag of ik niet wilde werken bij Arcade. Arcade was in Engeland bekend van zijn verzamelalbums. Ze hadden geen eigen repertoire maar brachten verzamelplaten uit. Arcade was veel kleiner dan CBS. Ik wilde een tent die ik naar mijn hand kon zetten. Bij CBS moest ik uitvoeren wat anderen hadden bedacht, terwijl ik heel andere opvattingen had over marketing en promotie. Ik zei ja tegen hun aanbod, ook omdat ik aandelen kon krijgen. Op  mijn 29ste werd ik directeur van het bijna failliete Arcade Benelux.

Ik was zeer into de muziek. Ik kende de hitlijsten uit mijn hoofd, het hele traject van lokale kleine bandjes tot aan de top met internationale bands als de Beatles. De catalogus van CBS kon ik dromen. Toen ik bij Arcade kwam wist ik precies wat ik moest doen om succesvolle verzamelalbums samen te stellen. Die platen werden een succes. Eerst deed ik dat zelf en later gaf ik duidelijke richtlijnen over  de samenstelling van lp’s, cd’s, de marketing en de opbouw van de advertenties. Ik duldde weinig tegenspraak. Als je vanaf je achtste jaar met muziek bezig bent, adem je muziek: ik hoorde wat een hit werd. Dance Classics vol 1 werd zo’n hit en een klapper werd ook Synthesizer Greatest.

TMF

De best of Frankie Laine zou hot kunnen worden, maar die muziek kende ik niet. Ik heb mijn moeder gevraagd om die plaat samen te stellen. Dat was haar muziekperiode. Ik heb de selectie klakkeloos op de plaat gezet. Het werd een megahit. Later toen Arcade groeide, bedacht ik alleen nog de hoofdlijnen en voor details huurde ik specialisten in.

Het geld dat we verdienden investeerden we in nieuwe ontwikkelingen en het buitenland. Je had MTV, maar er moest ook iets komen voor de Nederlandse jeugd met accent op muziek van Nederlandse bodem dat werd TMF. Radio 10 kochten we aan en we wilden een eigen tv-zender. Dat werd de tv-zender TV 10 Gold, die voornamelijk oude series uitzond. Classic FM Radio was ook een nieuw initiatief en we bouwden het winkelarsenaal uit naar zeventig winkels om onze cd’s en platen op grotere schaal te verkopen. Door een management buy-out hadden we ook de aandelen van de Londense moedermaatschappij Arcade over kunnen nemen. In tien tot vijftien jaar hadden we een groot onafhankelijk bedrijf voor totaal-entertainment opgebouwd.

Patatgeneratie
Het krantenconcern Wegener meldde zich om alle activiteiten over te nemen. Ze wilden hun business uitbreiden met onze muziekdivisie, de radio- en tv-stations en onze internationale netwerk.  Ze boden me een enorm bedrag. Dat heb ik geaccepteerd, ofschoon ik getwijfeld heb. Ik wilde destijds ook in de tv-producties stappen. Ik zag wat John (de Mol) en Joop (van der Ende) deden en dat leek me ook wel wat. Ik vond het ook niet erg om de bedrijven te verkopen. De organisatie was zo groot geworden dat ik meer manager was dan ondernemer. Het was een prachtige deal voor beide partijen, maar Wegener is helaas niet de nieuwe Time Warner van de Lage Landen geworden.

Op mijn 29ste was ik directeur en nam ik beslissingen om personeel aan te nemen en mensen te ontslaan. Kijk ik nu naar de jongere generatie dan zie ik een patatgeneratie waar weinig uitkomt. In de jaren zestig en zeventig was er sprake van een enorme energie. Die energiestroom werd ondersteund door muziek vanuit de VS en UK, zoals Beatles, Rolling Stones en The Birds.

Het is onvergelijkbaar met wat er nu gaande is in de muziek, zoals Rap en R&B. Die muziek gaat over ras en het leven in de neighbourhood. Muziek weerspiegelt de tijdsgeest waarin we leven en is de meest toegankelijke vorm van kunst. Voor mij is de muziek de sleutel geweest tot de totale vrijheid. Het heeft me ook financiële onafhankelijkheid gebracht. Geld is niet het belangrijkste in het leven, maar maakt het leven wel aangenamer. En dat doet het nog steeds.”

Herman Heinsbroek Foto Jan Banning

Herman Heinsbroek Foto Jan Banning